OOG

Blik in de wereld achter de kunst

Interview met Chris Herenius
CHRIS HERENIUS / Jul 24th, 2017   


Of zijn fijnschilderwerk iets zegt over Chris Herenius als persoon? 'Ik ben een rustige man,' vindt Chris. In zijn werk zit inderdaad niets aanstootgevends, tenzij je aanstoot neemt aan zijn boek Vreemde gebieden dat hij recentelijk liet uitgeven door Philip Elchers.

Het boek bevat uitvergrote en bewerkte scans van verfresten op zijn palet. Op het eerste gezicht hebben deze abstracte bewerkingen niets te maken met zijn stillevens met gedroogde bloemen, schelpen, dode vogeltjes of kikkers en glazen vaasjes. 'Mensen begrijpen vaak niet dat het om hetzelfde gaat. Het draait allemaal om compositie, kleurstelling en detail.' Een symbolische waarde of diepere betekenis hoef je er niet achter te zoeken. Die is er niet. Chris schildert wat hem aantrekt. 'Ik zoek voorwerpen bij elkaar. Het ultieme doel is om deze driedimensionaliteit ruimtelijk op het platte vlak weer te geven.'


Wat hij ook aan voorwerpen gebruikt, het resultaat is altijd een vorm van verstilling. Niet dat Chris een uitgesproken stille man is, bescheiden noemt hij zichzelf wel. Al zou je dat niet zeggen wanneer je de citaten leest van zijn studenten en ex-studenten in het boekje dat zij maakten voor zijn afscheid van de Klassieke Academie in juni dit jaar. 'Meneer als u iets makkelijks had gewild, had u wel een krantenwijk genomen.' Of 'Word nooit fijnschilder!' Het is uiteraard allemaal gezegd binnen een context en nooit beledigend bedoeld. 'Als de studenten het niet wisten te waarderen hadden ze nooit zo’n mooi boekje voor me gemaakt.'


Chris staat zelf niet graag in het middelpunt van de belangstelling, zijn kunst exposeert hij graag. Ook met het verkopen van zijn werk heeft hij geen moeite. Hij hecht zich er niet aan. Op een enkele uitzondering na, zoals het geschilderde strandtafereeltje met vrouw en dochter. Hoewel hij er niet van houdt om mensen te schilderen, legde hij toch zijn gezin vast op de hem zo vertrouwde manier. Gedetailleerd, liefdevol en aandachtig. Van dit werk zal hij dan ook nooit afstand doen.

Zijn loopbaan begon hij in de verfindustrie, na 10 jaar cursussen volgen mocht hij zich verftechnicus noemen. 'Een prachtig vak, monsters maken, onderzoeken, vergelijken.' Hij schilderde af en toe, maar merkte dat er iets wrong in zijn werk. In 1972 ging hij daarom naar de avondschool van Minerva. Hij had een hoge dunk van de verfkennis van kunstschilders. 'Maar ze wisten helemaal niks!' Intussen werden er veel nieuwe materialen ontwikkeld op het gebied van pigmenten, kunstharsen en acrylaatharsen. Diederik Kraaijpoel wilde het gebrek aan kennis aanpakken.’ En zo kreeg Chris op Minerva zijn eigen laboratorium om onderzoek te doen.

Het laboratorium leverde een halftijds baan op en Chris greep die mogelijkheid aan om zich op zijn eigen kunst te richten. Daar lag zijn hart. Toch gaf hij uiteindelijk op de Klassieke Academie tien jaar lang ook met veel plezier les, al vindt hij het fijn dat het nu niet meer hoeft. 'Prettig om niets meer te hoeven uitleggen en de verftechnische vakliteratuur bij te houden.' Maar afstand doen van zijn boeken over verftechniek, zoals hij zich na zijn afscheid van de academie had voorgenomen, gaat hem toch nog te veel aan het hart.

Interview geschreven door Tjitske Zuiderbaan voor de nieuwsbrief van de Klassieke Academie, met foto’s gemaakt door Xandra Donders.

OP DE HOOGTE BLIJVEN?